Vijf jaar na het metro-ongeluk in Spijkenisse: hoe een Walvisstaart zorgde voor wereldnieuws

Gepubliceerd op 2 november 2025 om 20:23

Het is vandaag precies vijf jaar geleden dat Spijkenisse wereldwijd in het nieuws kwam met een beeld dat bijna te bizar was om te geloven: een metro die 10 meter hoog in de lucht op een walvisstaart balanceerde. In de nacht van 1 op 2 november 2020 ging het mis bij station De Akkers, het eindpunt van metrolijn D en C. Rond kwart over twaalf ’s nachts schoot een metrostel dwars door het stootblok en kwam ruim tien meter boven de grond tot stilstand op het kunstwerk “De Walvisstaarten."

Beeld: Jessy/NL nieuws - Tekst: Nieuwsredactie

Het beeld was spectaculair: een metro die hoog boven een vijver balanceerde op een staart van staal en polyester. De bestuurder bleef wonder boven wonder ongedeerd. Binnen enkele uren gingen de foto’s de wereld rond. “Een wonder in Spijkenisse,” kopten buitenlandse media.

Wat volgde, was een technisch ingewikkeld bergingsproces. Omdat de metro metershoog boven het water hing, moesten ingenieurs en bergingsspecialisten zorgvuldig plannen hoe het voertuig veilig verwijderd kon worden zonder dat het alsnog naar beneden stortte of het kunstwerk beschadigde.

Met behulp van twee enorme kranen en een speciaal platform werd de metro, ruim 36 uur na het ongeluk, stap voor stap naar beneden gehaald. Voor de werkzaamheden moesten woningen tijdelijk worden ontruimd en een deel van de sloot worden gedempt om de kranen te kunnen plaatsen. Honderden omwonenden en journalisten volgden het proces, terwijl hulpdiensten en technici geen enkel risico namen.

Kunstenaar Maarten Struijs, destijds werkzaam bij de gemeente Rotterdam, verklaarde later dat hij verbaasd maar ook trots was dat zijn kunstwerk zo’n ongebruikelijke rol had gespeeld: “Ik had nooit kunnen bedenken dat het ooit een metro zou redden. Het is bizar, maar ook mooi dat het zo is gelopen.”

Na het ongeluk startte de RET een uitgebreid onderzoek naar de oorzaak. Daaruit bleek dat de metro niet op tijd tot stilstand kwam doordat de snelheid op het opstelspoor te hoog was ingesteld — 70 kilometer per uur — en de rails door regenval glad waren geworden. Er waren bovendien geen extra railremmen of een noodstootblok aanwezig om het voertuig af te remmen. De bestuurder had zich aan de regels gehouden en werd uiteindelijk volledig vrijgepleit van schuld.

Het kunstwerk zelf, dat in 2002 werd geplaatst als afsluiting van de metrolijn, liep slechts lichte schade op aan één van de staarten. De beschadigde delen werden in de maanden daarna hersteld. De kunstenaar wilde geen fundamentele aanpassingen doen: “Het beeld heeft zijn verhaal gekregen. Dat moet zichtbaar blijven.”

Na de berging en het herstel groeide de plek uit tot een klein symbool van veerkracht. Nog altijd komen reizigers en bezoekers even kijken of foto’s maken bij de walvisstaarten, die inmiddels zijn voorzien van een informatiebord dat het bijzondere verhaal vertelt.

In 2021 werd besloten het kunstwerk officieel te behouden en beter te verlichten. Sindsdien is het in de avonduren subtiel uitgelicht — een blijvend eerbetoon aan een nacht waarin kunst en toeval samen een ramp wisten te voorkomen.