De Hoge Raad heeft Michael P. vier maanden strafvermindering gegeven, zo is dinsdag geoordeeld in de cassatie in de zaak-Anne Faber. Volgens de Hoge Raad is eerder onvoldoende gemotiveerd waarom de man geen strafvermindering kreeg na zijn hardhandige arrestatie.
P. liep bij zijn arrestatie in 2017 letsel aan zijn schouder op omdat hij hardhandig is behandeld door het betrokken arrestatieteam. Op dat moment werd nog gedacht dat Faber in leven kon zijn en was het de bedoeling om snel haar verblijfplaats uit de man te ontlokken.
Het gerechtshof heeft bij de uitspraak van de zaak in hoger beroep wel vastgesteld dat het gaat om vormverzuim van het arrestatieteam en dat de rechten van P. werden geschonden, maar gaf hier geen strafvermindering voor.
P. kreeg vorig jaar in hoger beroep wederom 28 jaar cel en tbs met dwangverpleging opgelegd voor het verkrachten en doden van de jonge vrouw in 2017. Een vooropgezet plan en daarmee moord kon niet bewezen worden, en daarom is hij veroordeeld voor gekwalificeerde doodslag.
Over de hardhandige arrestatie van P. loopt nog een aparte procedure. Het Openbaar Ministerie (OM) moet na een procedure van de advocaten van de man nader strafrechtelijk onderzoek verrichten naar de manier waarop P. is opgepakt. Dat betekent niet dat de betrokken leden van het arrestatieteam strafrechtelijk vervolgd gaan worden: de zaak kan alsnog geseponeerd worden.
Reactie plaatsen
Reacties