Nederlandse publieke omroep AVROTROS doet volgend jaar niet mee aan het Eurovisie Songfestival. De organisatie zegt zich niet te kunnen verenigen met de toelating van Israël tot de editie van 2026, die in Oostenrijk wordt gehouden. Het besluit volgt op een bijeenkomst van de Europese omroepkoepel EBU, waar een meerderheid stemde voor handhaving van Israëlische deelname.
Beeld: NL nieuws - Tekst: Entertainmentredactie
Volgens AVROTROS-directeur Taco Zimmerman is het besluit “met grote zorgvuldigheid” genomen. Hij benadrukt dat het Songfestival belangrijk is voor de Nederlandse publieke omroep, maar dat deelname niet ten koste mag gaan van de waarden die de omroep uitdraagt. “Wat er het afgelopen jaar is gebeurd, botst met onze overtuiging dat mensenrechten en persvrijheid nooit onderhandelbaar zijn,” aldus Zimmerman.
De omroep verwijst naar het aanhoudende humanitaire leed in Gaza, evenals naar incidenten waarbij journalisten omkwamen of werden belemmerd in hun werk. Ook hekelt AVROTROS dat de Israëlische overheid het Songfestival volgens hen heeft gebruikt voor politieke promotie, wat strijdig zou zijn met het apolitieke karakter van het evenement.
Naast Nederland pleitten ook omroepen uit Ierland, IJsland, Spanje en Slovenië voor uitsluiting van Israël. Andere landen, waaronder Duitsland en Oostenrijk, waren juist fel tegen een boycot. De spanningen binnen de EBU liepen de afgelopen weken zicht- en hoorbaar op.
Oostenrijk, dat het festival volgend jaar organiseert, zei dat uitsluiting van Israël niet te rijmen zou zijn met de eigen historische verantwoordelijkheid. Duitsland sloot zich daarbij aan.
Hoewel AVROTROS geen delegatie stuurt en geen Nederlandse inzending selecteert, benadrukt de NPO dat het evenement wel door Nederlandse kijkers gevolgd kan worden. Hoe de uitzending precies wordt verzorgd, wordt later bekendgemaakt.