Rond de jaarwisseling zijn 773 mensen in Nederland gewond geraakt door vuurwerk. Dat is een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar, toen 383 mensen door de huisarts (HAP) of bij de spoedeisende hulp (SEH) behandeld moesten worden. In beide jaren gold een vuurwerkverbod.
Beeld: NL nieuws
Dat meldt VeiligheidNL na onderzoek. Het aantal slachtoffers is dus fors hoger dan vorig jaar, maar wel lager dan de jaren daarvoor.
De meeste mensen moesten zich laten behandelen vanwege brandwonden (37 procent) en oogletsels (19 procent). Eén op de vijf slachtoffers (19 procent) had letsel aan het hoofd.
Zoals elk jaar veroorzaakten vuurwerkongevallen enkele amputaties, dit jaar van een of meerdere vingers en allemaal door zwaar illegaal vuurwerk.
Ongeveer de helft (48 procent) van de gewonden was omstander. Mensen raakten gewond door allerlei soorten vuurwerk:
Ruim de helft van de slachtoffers was jonger dan 20 jaar (53 procent).
190 slachtoffers, bijna een kwart, waren jonger dan 12 jaar. Deze leeftijdsgroep mag geen vuurwerk afsteken, ook geen F1-vuurwerk. Toch had bijna de helft (48 procent) van deze slachtoffertjes het vuurwerk zelf afgestoken.
Categorie-F1-vuurwerk wordt ook wel kindervuurwerk of fop-en-schertsvuurwerk genoemd. Hieronder vallen sterretjes, knalerwten, Bengaalse lucifers en kleine ijsfonteintjes. Je mag categorie-F1-vuurwerk kopen vanaf 12 jaar. Dit vuurwerk is het hele jaar door verkrijgbaar en je mag het ook het hele jaar door afsteken.
Bijna de helft (47 procent) van de kinderen onder de 12 jaar liep letsel op door F1-vuurwerk, en nog eens 18 procent door grondbloemen/grondtollen, waarvan meestal niet bekend is of het om F1- of F2-vuurwerk gaat.
Verder valt op dat een TikTok-challenge geleid heeft tot letsel bij kinderen. Het gaat dan om het uittrappen van brandend F1-vuurwerk omdat dit een hardere knal zou geven. 8 procent van de letsels bij kinderen onder de 15 jaar werd hierdoor veroorzaakt.