Jos B. huilt bij laatste woord: 'Spijt dat ik vondst lichaam te laat meldde'

Gepubliceerd op 16 oktober 2020 om 14:19

Jos B. heeft er veel spijt van dat hij pas recent heeft gemeld Nicky Verstappen te hebben aangetroffen toen de jongen al dood was. "Maar ondanks alles wat er sindsdien is gebeurd, heb ik geen spijt dat ik in actie ben gekomen en zijn lichaamsfuncties heb gecontroleerd", zei hij vrijdag bij de laatste zitting in de zaak-Nicky Verstappen.

Beeld: Petra Urban/RTL Nieuws/ANP | Binnenland

"Hoeveel pech kun je hebben dat je iemand vindt die dood is?", zei B. "Toen me duidelijk werd dat ik een lichaam zag liggen, heb ik gelukkig niet getwijfeld om in acties te komen. Ik ging er zo snel mogelijk naartoe en heb ook de lichaamsfuncties gecontroleerd. Ondanks alles kan ik nog altijd zeggen dat ik geen enkele spijt heb van wat ik destijds heb gedaan."

"Waar ik wel spijt van heb, is dat het veel te laat gemeld heb. Toen ik naast het lichaam van Nicky zat, bekroop mij angst. Angst om bekeken te worden. Ik moest daar weg. Maar wat doe je dan verder? Ik heb niets gedaan en dat is spijtig."

Jos B. verwees daarbij naar zijn zedenverleden. "De woorden van de politie zullen me altijd bijblijven. Wat er ook gebeurt met een kind: we zullen jou vinden. Die woorden zijn me altijd bijgebleven. In 1998 had ik de moed niet . De angst won. Wie gelooft er nou een ex-delinquent?"

B. wordt verdacht van het doden, misbruiken en ontvoeren van de 11-jarige jongen in 1998. Hij heeft dat altijd ontkend. Tegen de 57-jarige B. is een celstraf van vijftien jaar en tbs met dwangverpleging geëist. B.'s advocaat pleitte voor vrijspraak.

De 11-jarige Nicky uit Heibloem verdween 10 augustus 1998 toen hij op zomerkamp was op de Brunssummerheide in Limburg. Een dag later werd zijn lichaam een kleine 1,5 kilometer verderop gevonden. B. heeft - na lang te hebben gezwegen - toegegeven dat hij Nicky had gevonden op de heide, maar de jongen was volgens B. toen al overleden. De Limburger zou dat niet hebben durven melden bij de politie omdat hij een zedenverleden heeft.