Paris Saint-Germain heeft zaterdagavond voor het eerst in de clubgeschiedenis de Champions League gewonnen. In München werd het 5-0 tegen Internazionale uit Milaan, dat in de achtste finale Feyenoord had uitgeschakeld. Het is nog nooit in de geschiedenis van de finale voorgekomen dat een club met vijf goals verschil de titel wint.

Beeld ingezonden - Tekst: Sportredactie
Na jaren van grote uitgaven, bekende namen en teleurstellingen (zoals de verloren finale in 2020), is het eindelijk gelukt voor PSG. Niet dankzij de inmiddels vertrokken sterren als Neymar, Messi of Mbappé, maar door een nieuw gezicht: Désiré Doué. Deze 19-jarige Franse aanvaller had de avond van zijn leven met twee doelpunten en een assist.
De finale was na twintig minuten eigenlijk al gespeeld. Eerst scoorde Achraf Hakimi na een slimme pass van Doué. Daarna maakte Doué zelf een goal, met een beetje hulp van Inter-verdediger Dimarco. In de tweede helft liep PSG verder uit, met nog een goal van Doué (na een mooie pass van Vitinha), Chvitsja Kvaratskhelia en invaller Senny Mayulu. Voor Inter werd het een rampzalige avond. De Italiaanse ploeg, met Denzel Dumfries in de basis en Stefan de Vrij op de bank, kon niets terugdoen. Aan de ene kant blijdschap bij PSG, aan de andere kant wanhoop bij Inter.
Na het laatste fluitsignaal barstte het feest los, zowel op het veld als in Parijs. Voor het eerst sinds Olympique Marseille in 1993 wint een Franse club de Champions League. PSG heeft eindelijk de felbegeerde beker.