Het EK is voor de Oranjevrouwen zondagavond afgelopen. In een beslissende wedstrijd tegen Frankrijk verloor het team van bondscoach Andries Jonker met 2-5. Daarmee eindigde een moeizaam toernooi voor het Nederlands elftal.
Het Nederlands elftal moest in Bazel met drie doelpunten verschil winnen om door te gaan naar de kwartfinales. Dat bleek, ondanks een sterke eerste helft, te hoog gegrepen. Engeland, met Sarina Wiegman aan het roer, won met 6-1 van Wales, waardoor de opdracht voor Oranje alleen maar moeilijker werd.
Bondscoach Jonker verraste door te kiezen voor een team vol ervaren spelers, waaronder Spitse en Beerensteyn. Topscorer Vivianne Miedema begon op de bank, net als jonge talenten Brugts, Kaptein en Buurman. Het leek een goede zet. Frankrijk kwam weliswaar op voorsprong via Sandie Toletti, maar Oranje vocht zich terug. Victoria Pelova maakte prachtig de gelijkmaker en door een eigen doelpunt van Selma Bacha stond Nederland bij rust met 2-1 voor.
Met nog twee doelpunten nodig om een wonder te realiseren, leefden de Oranjeleeuwinnen op hoop. De eerste helft gaf fans het gevoel dat er nog iets mogelijk was.
Maar na rust bleek het gedaan. Frankrijk schakelde een tandje bij en strafte defensieve fouten meteen af. Marie-Antoinette Katoto profiteerde van een misverstand achterin bij Nederland. Daarna scoorde Delphine Cascarino twee keer met schitterende goals. In blessuretijd maakte Sakina Karchaoui het af vanaf de penaltystip. Eindstand: 2-5.
"We hebben alles gegeven, maar het was niet genoeg," zei aanvoerder Spitse na afloop. Jonker hield zich op de vlakte en zei: "Ik zeg voorlopig niets over de KNVB."
Door de uitschakeling in de groepsfase beleeft Nederland een van de slechtste toernooien in jaren. Voor het eerst sinds het EK van 2013 wordt Oranje zo vroeg uitgeschakeld. Dit markeert ook het einde van het tijdperk-Jonker. Na 51 interlands vertrekt hij. Zijn opvolger wordt Arjan Veurink, die nu assistent is bij het Engelse team.